‘Dat wordt een goede advent: Hij komt. Hij breekt door. Hij laat mij niet in de engte. Hij kwam om er mij uit te halen. Hier ben Ik, verklaart Hij. Hier ben ik, Heere Jezus, ik vertrouw mij aan U toe. Zo gaan ze door de poort. De Heer verhoorde mij in 't lijden en deed mij in de ruimte gaan. En vraagt iemand: hoe bent u door de poort gegaan, dan mag ik op Hem wijzen, op de Doorbreker. Daarom heet het: de poort des Heeren, en de poort van de gerechtigheid. Achter Hem aan, dat is het geheim van deze uittocht. En dat blijft het geheim van het bevrijde leven. Hun Koning zal voor hun aangezicht heengaan en de Heere in hun spits. De gids loopt voorop, of om in de buurt van het beeld van de tekst te blijven: de belhamel is de herder. Hij roept zijn schapen bij name en leidt ze uit. En, wanneer Hij Zijn schapen uitgedreven heeft, zo gaat Hij voor hen heen, en de schapen volgen Hem, omdat ze Zijn stem kennen.
Als ze nu de vreemde, die het op hun ondergang voorzien heeft, maar niet volgen. Als ze nu maar achter die eigen herder verder gaan. Zien ze Hem soms niet, ze horen toch Zijn stem, ze kennen die uit duizenden. Ze gaan op Zijn wóórd af, dan gaat het niet fout. Ook dat is in de belofte begrepen: De Heere in hun spits. Het kost strijd, om te volgen, alleen maar en altijd weer te volgen. Maar volgen is: weet hebben van Hem Die voorgaat! Hij kijkt voortdurend naar hen om. Ik houd mijn hart vast voor die schapen.
Binnen de omheining waren ze veiliger dan daarbuiten. Vindt u dat? Moeten ze daarom maar in de engte blijven zitten? De Heere denkt er anders over. Hij opent de poort. Hij leidt hen ook in het spoor der gerechtigheid, om Zijns naams wil. Zo trok Israël door de woestijn. Gevaarlijk was het daar, meer dan gevaarlijk! De Heere toog voor hun aangezicht, des daags in een wolkkolom en des nachts in een vuurkolom, dat Hij het voor hen deed lichten, zodat ze voort konden gaan in de nacht. Een goede voortgang wordt door Hem gegarandeerd. Hij breekt door, en Hij trekt voor hen uit. Wat ons in de weg komt, wat ons aan gevaren bedreigt en aan bezwaren benauwt: In hun spits. Houdt in uw weg het oog op Hem gericht. Staat en gaat in de vrijheid, die Hij verworven en weggegeven heeft. Hij is uw voorhoede en uw achterhoede. Hij is overal, waar u Hem nodig hebt. Hij helpt u overal doorheen; Hij loopt voor u uit, ook in het dal van de schaduw van de dood. Ook waar de hel haar grimmige kaken openspert. Christus, Die geboren werd, is ten hemel gevaren. De Voorloper, Die voor ons is ingegaan. Aan de overzijde, laten we voorgoed alle angst en alle nood achter ons, ze worden verzwolgen in de wateren van het verleden. Aan de overzijde treedt de gemeente aan met een lied. Het lied van Mozes en van het Lam. Gij leiddet in Uw goedertierenheid het volk, dat Gij verlost hebt. Totdat Uw volk, Heere, henendoor kome, totdat dit volk henendoor kome, dat Gij verworven hebt en dat Gij zult inbrengen.'