De Heere heeft geen twee mensen hetzelfde gemaakt. We zien dit reeds bij de apostelen. Het emotionele optreden van Petrus heeft een andere verschijningsvorm dan de zich terugtrekkende Thomas. De alles verlatende Levi staat anders in het leven dan de geldgierige Judas, waarbij laatstgenoemde achteraf bezien een masker droeg. De mensen die met David optrokken, toch een man naar Gods hart, moet de moed soms in de schoenen zijn gezonken. Zo’n struikelganger!
Nergens roept de Bijbel op om in te stemmen met de zondige levensstijl van een ander. Wel wordt in de Schrift helder dat ieder karakter onderscheiden gevormd is. In Christus’ discipelenkring was er sprake van onderscheid. Wat kan het mij verwonderen dat een collega met een andere karakterologische bedrading bepaalde gemeenteleden meer kan helpen dan ikzelf, door hun prediking. Vaak heb ik moeten concluderen dat niet alleen theologische standpuntbepaling, maar ook de wijze waarop iemands persoonlijkheid gevormd is, op dit punt verschillend uitwerkt. Niet zozeer in de vrucht – dat ligt immers niet in onze hand -, als wel in de wijze van benadering. Wat een leerschool om elkaar aan te vullen; en dat positief te duiden als er opmerkingen over worden gemaakt in pastoraat of kerkenraad.
We zijn mensen onderweg en ontwikkelen dus voortdurend. Johannes wordt door Jezus een zoon van de donder genomen, een Boanerges. Op enig moment wil Johannes vuur laten neerdalen op een huis, zodat tegenstanders in rook opgaan. Naderhand leren we hem kennen als de apostel van de liefde. Blijkbaar is iemands optreden niet statisch, er is sprake van ontwikkeling. Onder inwerking van de Heilige Geest worden mensen niet alleen in geestelijke zin van dood levend, maar is er ook sprake van levenslange vernieuwing. Door vragen, pijn en tegenslag heen, hervormt de Heere naar Zijn beeld.
Wanneer mijn beeld van de ander in beton gegoten is, doe ik niets liever dan dit voor mezelf bevestigen. Zo houd ik het overzichtelijk en kan ik de ander steeds terugduwen in de mal die ik zelf voor hem gevormd heb. Alleen bevestigende informatie is daarbij bruikbaar. Wie voldoende afstand tot het innerlijk van de ander houdt, kan dit lang volhouden. Kom je echter na verloop van jaren persoonlijk in gesprek, dan moet je soms beschaamd erkennen dat je er op onderdelen naast zat. Laten we eerlijk zijn, moeten we dan ook niet erkennen een kwaad gerucht over de ander te hebben verspreid? Laten we iedere gelegenheid aangrijpen om elkaar werkelijk te ontmoeten.
Elkaar erkennen, herkennen en waarderen; het hangt in grote mate samen met de bereidheid om elkaar te ontmoeten. Te durven genieten van de gaven die de ander kreeg, als een Godsgeschenk. Waarbij je niet omzichtig bent over theologische keuzes, maar de overwegingen daarachter proeft. Waar harten opengaan, is er verbinding in Christus. Mits Hij ons hart heeft.
Als ambtsdragers en predikanten dienen we ruimte te geven aan ontmoetingen op hartniveau. Zo leer je achter de jas (facultatief het gilet) en de das van de ander blikken, in het hart. Wie de anders nieren proeft, leert iemands optreden begrijpen. Dan is er ook ruimte om elkaar aan te spreken. We treffen Petrus na jarenlange trouwe dienst aan als een politicus bij de tafel van zijn volksgenoten, om der mensen wil. Paulus wijst hem terecht staande de vergadering. Blijkbaar was dit nodig.
Vroeg of laat geraken we in een gesprek waarin een broeder je in vertrouwen vertelt dat een andere broeder – die jou lief is – op onderdelen minder te waarderen is dan jijzelf. Soms raakt dit het karakter, soms theologie, vaak beiden. Wat dan? Groei je bij die erkenning, ten koste van de ambtsbroeder die je lief is? Durf je te erkennen dat iemand die je lief is wellicht een blinde vlek ontwikkelt – en jij dus waarschijnlijk ook? Dan besef je gelijk wat een waarde persoonlijke ontmoetingen hebben, want wat zouden die twee broeders elkaar tot grote zegen kunnen zijn.
Dit artikel verscheen eerder in Zicht op de Kerk, een uitgave van de Hersteld Hervormde Kerk.