Vergeef ons onze schulden, gelijk wij onze schuldenaren vergeven, en spreek: Ach, lieve Heere, God en Vader, ga niet met ons in het gericht, want voor U is geen mens, die leeft, rechtvaardig. Ach, reken ons ook niet tot zonde, dat wij helaas zo ondankbaar zijn voor al Uw onuitsprekelijke weldaden, geestelijke en lichamelijke, en dat wij dagelijks menigmaal struikelen en zondigen, meer dan wij kunnen weten en bemerken (Ps. 19:13). Zie toch niet aan, hoe vroom of hoe slecht wij zijn, maar denk aan Uw grondeloze barmhartigheid, ons geschonken in Christus, Uw lieve Zoon. Vergeef ook al onze vijanden en allen, die ons leed of onrecht doen, zoals ook wij hun van harte vergeven. Want zij doen zichzelf daarmee het grootste leed, dat zij U vertoornen door zo tegen ons te handelen; en hun verderf baat ons niets, veeleer zouden wij hen veel liever met ons zalig zien. Amen.
En wie hier voelt, dat hij niet licht vergeven kan, die moge om genade bidden, dat hij vergeving leren schenken. Maar dat behoort in de preek thuis.