i. De aantrekkingskracht van pijn
9. Jouw geringe aandeel bestaat er slechts uit het hele idee van offeren aan de Heilige Geest te geven. En de vrede te aanvaarden die Hij daarvoor in de plaats geeft, zonder de beperkingen die de uitbreiding ervan zouden tegenhouden en aldus je bewustzijn ervan zouden beperken. Want wat Hij geeft moet wel worden uitgebreid, wil je over de onbeperkte macht daarvan beschikken, en die gebruiken voor de bevrijding van Gods Zoon. Dit is niet waar je vanaf zou willen, en omdat je het bezit, kun je het niet beperken. Als vrede thuisloos is, ben jij dat en ben ik dat ook. En Hij die ons thuis is, is thuisloos samen met ons. Is dit jouw wens? Wil je soms voor eeuwig een zwerver blijven, op zoek naar vrede? Wil jij je hoop op vrede en geluk investeren in iets wat tot mislukken is gedoemd?
10. Geloof in het eeuwige is altijd gerechtvaardigd, want het eeuwige is voor immer vriendelijk, oneindig geduldig en volkomen liefdevol. Het zal jou totaal aanvaarden, en jou vrede geven. Maar het kan zich alleen verenigen met wat in jou al in vrede is, onsterfelijk als zichzelf. Het lichaam kan jou vrede noch onrust brengen, vreugde noch pijn. Het is een middel, geen doel. Het heeft geen doel van zichzelf, maar enkel dat wat het gekregen heeft. Het lichaam zal ogenschijnlijk alles zijn wat als middel dient om het doel te bereiken dat jij eraan toekent. Alleen de denkgeest kan een doel vaststellen, en alleen de denkgeest kan het middel zien om dat te verwezenlijken, en het gebruik ervan rechtvaardigen. Vrede en schuld zijn beide een gesteldheid van de denkgeest die men verwerven kan. En deze gesteldheden zijn de thuishaven van de emotie die ze oproept, en die er daarom mee verenigbaar is.
11. Maar bedenk eens welke het is die verenigbaar is met jou. Dit is jouw keuze, en die is vrij. Maar al wat erin besloten ligt, zal daarbij meekomen, en wat jij denkt dat je bent kan daar nooit los van staan. Het lichaam is de grote schijnverrader van het geloof. Het bergt ontgoocheling en de kiem voor ongeloof, maar alleen als je het om iets vraagt wat het niet geven kan. Kan jouw vergissing een redelijke grond zijn voor depressiviteit en ontgoocheling, en voor een vergeldingsaanval op datgene waarvan jij denkt dat het jou in de steek gelaten heeft? Gebruik je dwaling niet als rechtvaardiging voor je ongeloof. Jij hebt niet gezondigd, maar je hebt je wel vergist in wat je geloof waardig is. En de correctie van je vergissing zal je grond geven voor geloof.
12. Het is onmogelijk via het lichaam genot te zoeken en geen pijn te vinden. Het is van essentieel belang dat deze relatie begrepen wordt, want het ego ziet die als bewijs voor zonde. In werkelijkheid heeft ze helemaal niets met straf uitstaande. Het is slechts het onvermijdelijk gevolg van jezelf gelijkstellen met het lichaam, wat een directe uitnodiging is aan pijn. Want ze nodigt angst uit binnen te komen en jouw doel te worden. En daarmee komt onvermijdelijk de aantrekkingskracht van schuld mee naar binnen, waardoor elke opdracht die angst aan het lichaam geeft pijnlijk wordt. Het zal delen in de pijn van alle illusies, en de illusie van genot zal gelijkstaan aan pijn.
13. Is dit niet onvermijdelijk? Op bevel van angst jaagt het lichaam schuld na, en is het dienstbaar aan zijn meester wiens aantrekking tot schuld de hele illusie van het bestaan daarvan instandhoudt. Dit nu is de aantrekkingskracht van pijn. Door deze waarneming beheerst, wordt het lichaam de dienaar van pijn, zoekt die plichtsgetrouw op, en gehoorzaamt aan het idee dat pijn genot is. Het is dit idee dat ten grondslag ligt aan heel de zware investering die het ego in het lichaam doet. En het is deze krankzinnige relatie die het verborgen houdt, maar waar het zich desondanks mee voedt. Jou leert het dat lichamelijk genot geluk betekent. Maar tegen zichzelf fluistert het: ‘Het is de dood.’
14. Waarom zou het lichaam voor jou iets moeten betekenen? Zeker is, dat waarvan het is gemaakt, niet kostbaar is. En even zeker is dat het geen gevoel bezit. Het brengt jou de gevoelens over die jij wenst. Zoals elk communicatiemiddel ontvangt en zendt het lichaam de boodschappen die het krijgt. Het heeft er geen gevoelens over. Alle gevoel waarmee ze zijn bekleed, wordt door de zender en de ontvanger eraan gegeven. Zowel het ego als de Heilige Geest ziet dit in, en beiden erkennen bovendien dat zender en ontvanger hier dezelfde zijn. De Heilige Geest vertelt jou dit met vreugde. Het ego verbergt het, want het wil je hierover in het ongewisse laten. Wie zou er boodschappen van haat en aanval zenden, als hij begreep dat hij ze uitsluitend zendt aan zichzelf? Wie zou zichzelf aanklagen, met schuld beladen en veroordelen?
15. De boodschappen van het ego worden altijd van jou uit weggezonden, in de overtuiging dat iemand anders dan jijzelf voor jouw boodschap van aanval en pijn lijden zal. En zelfs als jij lijdt, zal iemand anders nog meer lijden. De grote misleider ziet wel in dat dit niet zo is, maar als ‘vijand’ van de vrede spoort het jou aan al je boodschappen van haat uit te zenden en jezelf te bevrijden. En om jou ervan te overtuigen dat dit mogelijk is, gelast het het lichaam op zoek te gaan naar pijn door een ander aan te vallen, en noemt dit genot, en biedt jou dit aan als vrijwaring van alle aanval.
16. Hoor zijn waanzin niet, en geloof niet dat het onmogelijke waar is. Vergeet niet dat het ego het lichaam heeft toegewijd aan het doel van de zonde, en daarin al zijn vertrouwen stelt dat dit zich verwezenlijken laat. Zijn trieste discipelen zingen voortdurend de lof van het lichaam, in plechtige viering van de egoheerschappij. Er is er niet één die niet gelooft dat zwichten voor de aantrekkingskracht van schuld de uitweg is uit pijn. Er is er niet één die niet het lichaam als zichzelf beschouwt, waarzonder hij zou sterven, maar waarin zijn dood evengoed onontkoombaar is.
17. Het is de discipelen van het ego niet gegeven in te zien dat ze zichzelf aan de dood hebben toegewijd. Vrijheid wordt hun aangeboden, maar ze hebben die niet aanvaard, en wat aangeboden wordt, moet tevens in ontvangst worden genomen, wil het waarlijk gegeven zijn. Want ook de Heilige Geest is een communicatiemiddel: Hij ontvangt van de Vader en biedt Diens boodschappen aan de Zoon. Net als het ego is de Heilige Geest zowel zender als ontvanger. Want wat door Hem wordt uitgezonden keert naar Hem terug, waarbij het zichzelf onderweg zoekt, en vindt wat het zoekt. Evenzo vindt het ego de dood die hij zoekt, en brengt die bij jou terug.