V. De cirkel van Verzoening
1. Het enige deel van je denkgeest dat werkelijkheid bezit, is het deel dat jou nog steeds met God verbindt. Wil jij dat dit alles in een stralende boodschap van Gods Liefde wordt omgezet, om die met alle eenzamen te delen, die Hem hebben afgewezen? God maakt dit mogelijk. Zou je Zijn hunkering om gekend te worden van de hand willen wijzen? Jij hunkert naar Hem, zoals Hij hunkert naar jou. Dit is eeuwig onveranderlijk. Aanvaard dan ook het onveranderbare. Laat de wereld van de dood achter je, en keer vredig naar de Hemel terug. Hier is niets van waarde; daar is alles van waarde. Luister naar de Heilige Geest, en naar God via Hem. Hij spreekt over jou tot jou. Er schuilt in jou geen schuld, want God is in Zijn Zoon gezegend zoals de Zoon gezegend is in Hem.
2. Ieder heeft een speciale rol in de Verzoening te spelen, maar de boodschap die aan ieder wordt gegeven, is steeds dezelfde: Gods Zoon is schuldeloos. Ieder onderwijst en leert die boodschap anders. Maar tot hij die onderwijst en leert, zal hij de pijn voelen van het vage besef dat zijn ware functie in hem onvervuld blijft. De last van schuld weegt zwaar, maar God wil niet dat jij daardoor aan banden wordt gelegd. Zijn plan voor jouw ontwaken is even volmaakt als het jouwe feilbaar is. Jij weet niet wat je doet, maar Hij die weet is met jou. Zijn goedheid is de jouwe, en alle liefde die jij deelt met God houdt Hij trouw voor jou onder Zijn hoede. Hij wil je niets anders leren dan hoe jij gelukkig kunt zijn.
3. Gezegende Zoon van een Vader die een en al zegen is, vreugde werd voor jou geschapen. Wie kan hem veroordelen die door God gezegend is? Er is niets in Gods Denkgeest dat Zijn stralende onschuld niet deelt. De schepping is de natuurlijke uitbreiding van volmaakte zuiverheid. Jouw enige roeping hier is jezelf met actieve bereidwilligheid te wijden aan het afwijzen van schuld in al zijn vormen. Beschuldigen wil zeggen niet begrijpen. De gelukkige leerlingen van de Verzoening worden de leraren van de onschuld die het recht is van al wat God geschapen heeft. Ontzeg hun niet hun rechtmatig deel, want je zult het niet hun alleen onthouden.
4. Het erven van het Koninkrijk is het recht van Gods Zoon, hem bij zijn schepping geschonken. Probeer het hem niet te ontstelen, of je zult vragen om schuld en die ervaren. Bescherm zijn zuiverheid tegen iedere gedachte die haar zou willen stelen en onttrekken aan zijn zicht. Breng onschuld naar het licht, in antwoord op de roep van de Verzoening. Laat zuiverheid nooit verborgen blijven, maar schijn de zware sluiers van schuld weg waarin de Zoon van God zich voor zijn eigen zicht verborgen heeft.
5. Wij zijn hier allen in de Verzoening met elkaar verbonden, en niets anders kan ons in deze wereld verenigen. Zo zal de wereld van de afscheiding stil verdwijnen, en de totale communicatie tussen de Vader en de Zoon worden hersteld. Het wonder erkent de schuldeloosheid die beslist ontkend moest zijn om de noodzaak tot genezing teweeg te brengen. Weiger deze blije erkenning niet, want hierin schuilt de hoop op geluk en bevrijding van elk soort lijden. Wie zou er niet vrij van pijn willen zijn? Hij heeft misschien nog niet geleerd hoe hij schuld voor onschuld kan ruilen, en beseft evenmin dat alleen door deze ruil vrij-zijn van pijn zijn deel kan zijn. Maar zij die er niet in slaagden te leren, hebben onderricht, geen aanval nodig. Hen aanvallen die onderricht nodig hebben, betekent nalaten van hen te leren.
6. Leraren van onschuld, elk op zijn eigen manier, hebben zich met elkaar verbonden, en vervullen elk hun rol in het eenduidig leerplan van de Verzoening. Hierbuiten bestaat geen eenheid van leerdoelstellingen. Dit leerplan, dat maar één oogmerk heeft, hoe het ook wordt onderwezen, vertoont geen tegenstrijdigheid. Elke inspanning die ten behoeve daarvan wordt geleverd beoogt slechts één ding: bevrijding van schuld, tot eeuwige glorie van God en Zijn schepping. En elk onderricht dat hierop is gericht, wijst rechtstreeks naar de Hemel en de vrede van God. Geen pijn, geen beproeving, geen angst die door dit onderricht niet kan worden overwonnen. De macht van God Zelf schraagt dit onderricht, en staat borg voor zijn onbeperkte resultaten.
7. Laat je eigen inspanningen samensmelten met de macht die niet kan falen en in vrede uitmonden moet. Zo’n onderricht kan niemand onberoerd laten. Als jij alleen dit onderwijst, zul je jezelf niet zien buiten het bereik van Gods macht. Je zult niet uitgesloten zijn van de uitwerking van deze hoogst heilige les, die slechts probeert te herstellen waar Gods schepping recht op heeft. Van ieder die jij bevrijding van schuld verleent, zul jij onvermijdelijk jouw onschuld leren. De cirkel van Verzoening kent geen eind. En jouw vertrouwen in je veilig opgenomen-zijn in deze cirkel zal groeien met ieder die jij in zijn geborgenheid en volmaakte vrede binnenbrengt.
8. Vrede zij dan ook met eenieder die een leraar van de vrede wordt. Want vrede is de erkenning van volmaakte zuiverheid, waarvan niemand uitgesloten is. In haar heilige cirkel is iedereen opgenomen die God als Zijn Zoon geschapen heeft. Vreugde is zijn eenheid brengende eigenschap, waarbij niemand wordt buitengesloten om eenzaam onder schuld gebukt te gaan. De macht van God trekt iedereen in haar veilige omarming van liefde en verbondenheid binnen. Sta in stilte in deze cirkel en haal alle gekwelde denkgeesten ertoe over zich met jou te verbinden in de veiligheid van zijn vrede en heiligheid. Houd hierin met mij verblijf, als leraar van de Verzoening, niet van schuld.
9. Gezegend ben jij die samen met mij onderwijst. Onze kracht is niet van ons afkomstig, maar van onze Vader. In schuldeloosheid kennen we Hem, zoals Hij ons schuldloos kent. Ik sta binnenin de cirkel, en roep jou op tot vrede. Onderwijs vrede met mij, en sta samen met mij op heilige grond. Herinner je ten behoeve van iedereen de macht van jouw Vader die Hij aan ieder gegeven heeft. Geloof niet dat jij Zijn volmaakte vrede niet kunt onderwijzen. Blijf er niet buiten staan, maar sluit je erbinnen bij mij aan. Mis niet het enige doel waartoe mijn onderricht jou oproept. Geef God Zijn Zoon terug zoals Hij hem geschapen heeft, door hem zijn onschuld te onderwijzen.
10. De kruisiging heeft geen rol gespeeld in de Verzoening. Alleen de opstanding werd mijn aandeel daarin. Die is het symbool van bevrijding van schuld door schuldeloosheid. Wie jij als schuldig ziet, wil je kruisigen. Maar je herstelt de schuldeloosheid bij alwie jij als schuldloos ziet. Kruisiging is altijd het oogmerk van het ego. Het ziet iedereen als schuldig, en het wil doden als gevolg van zijn veroordeling. De Heilige Geest ziet louter schuldeloosheid, en wil in Zijn zachtmoedigheid verlossen van angst en de heerschappij der liefde opnieuw instellen. De macht der liefde schuilt in Zijn zachtmoedigheid; die is van God afkomstig en kan dan ook niet kruisigen of gekruisigd worden. De tempel die jij herstelt wordt jouw altaar, want die werd dankzij jou wederopgebouwd. En al wat jij aan God geeft is van jou. Zo schept Hij, en zo dien jij te herstellen.
11. Ieder die jij ziet, geef je een plaats in de heilige cirkel van Verzoening, of laat je daarbuiten, al naargelang je hem geschikt acht voor kruisiging of verlossing. Breng je hem in de cirkel van zuiverheid, dan zul jij daar met hem rusten. Laat je hem erbuiten, dan voeg jij je daar bij hem. Oordeel niet, behalve in de rust die niet van jou komt. Weiger te aanvaarden dat iemand, wie ook, verstoken is van de zegen der Verzoening, en breng hem hiernaartoe door hem te zegenen. Heiligheid moet worden gedeeld, want daarin ligt alles wat haar heilig maakt. Kom blijmoedig naar de heilige cirkel, en kijk in vrede naar allen die menen erbuiten te staan. Stoot niemand uit, want hier bevindt zich wat hij samen met jou zoekt. Kom, laten we ons bij hem voegen in het heilige oord van vrede dat er voor ons allen is, als één verenigd in de Zaak van de vrede.