IV. Een beetje bereidwilligheid
1. Het heilig ogenblik is het resultaat van jouw vastberadenheid heilig te zijn. Het is het antwoord. Het verlangen en de bereidwilligheid om het te laten komen gaan zijn komst vooraf. Je bereidt er je denkgeest slechts in die mate op voor waarin je erkent dat jij niets liever wilt. Het is niet nodig dat je meer doet; sterker nog, het is noodzakelijk dat je beseft dat je niet meer kunt doen. Doe geen poging de Heilige Geest te geven wat Hij niet vraagt, anders voeg je het ego aan Hem toe, en haal je de twee door elkaar. Hij vraagt maar weinig. Hij is het die de grootheid en de macht toevoegt. Hij verbindt zich met jou om het heilig ogenblik veel groter te maken dan jij begrijpen kunt. Juist jouw besef dat je zo weinig hoeft te doen stelt Hem in staat zoveel te geven.
2. Vertrouw niet op je goede voornemens. Die zijn niet genoeg. Maar vertrouw onvoorwaardelijk op je bereidwilligheid, wat zich verder ook mag aandienen. Concentreer je alleen hierop, en wees er niet over verstoord dat schaduwen haar omringen. Daarom juist ben je gekomen. Als jij zonder ze kon komen, zou je het heilig ogenblik niet nodig hebben. Kom er niet in arrogantie naartoe, ervan uitgaande dat jij per se de staat moet bereiken die zijn komst met zich meebrengt. Het wonder van het heilig ogenblik ligt in jouw bereidwilligheid het te laten zijn wat het is. En je bereidwilligheid daartoe houdt tevens in dat jij jezelf aanvaardt zoals je bestemd was te zijn.
3. Nederigheid zal nooit verlangen dat je met kleinheid genoegen blijft nemen. Maar ze vereist wel dat je geen genoegen neemt met minder dan de grootheid die niet van jou afkomstig is. Jouw moeilijkheid met het heilig ogenblik komt voort uit je vastgeroeste overtuiging dat jij het niet waard bent. En wat is dit anders dan de vastbeslotenheid te willen zijn zoals jij jezelf wilt maken? God heeft Zijn woonplaats niet Hem onwaardig geschapen. En als jij gelooft dat Hij niet kan binnengaan waar Hij wil zijn, dan moet je Zijn Wil wel doorkruisen. Het is voor jou niet nodig dat de kracht van de bereidwilligheid van jou afkomstig is, maar alleen van Zijn Wil.
4. Het heilig ogenblik komt niet louter voort uit jouw kleine beetje bereidwilligheid. Het is steeds het resultaat van je geringe bereidwilligheid gecombineerd met de onbeperkte macht van Gods Wil. Je hebt je vergist te denken dat het nodig is jezelf op Hem voor te bereiden. Het is onmogelijk op een arrogante manier voorbereidingen voor heiligheid te treffen en niet tegelijk te geloven dat jij de voorwaarden voor vrede bepaalt. God heeft die bepaald. Ze hoeven niet op jouw bereidwilligheid te wachten om te zijn wat ze zijn. Jouw bereidwilligheid is alleen nodig om het mogelijk te maken jou te onderwijzen wat ze zijn. Als je volhoudt dat jij onwaardig bent dit te leren, belemmer je de les door te geloven dat jij de leerling anders moet maken. Jij hebt de leerling niet gemaakt, en kunt hem evenmin anders maken. Wil je eerst zelf een wonder maken, en dan verwachten dat er een voor jou wordt gemaakt?
5. Jij stelt eenvoudig de vraag. Het antwoord is gegeven. Probeer niet te antwoorden, maar gewoon het antwoord te ontvangen zoals het gegeven is. Doe ter voorbereiding op het heilig ogenblik geen poging jezelf heilig te maken om klaar te zijn om het te ontvangen. Dan verwar je slechts jouw rol met die van God. De Verzoening kan niet komen tot hen die menen dat ze zich eerst moeten verzoenen, maar alleen tot hen die haar niets meer bieden dan de simpele bereidwilligheid om de weg voor haar vrij te maken. Loutering komt alleen van God, en is er bijgevolg voor jou. Probeer liever, in plaats van een poging te doen jezelf op Hem voor te bereiden, als volgt te denken:
Ik die gastheer hen voor God, hen Hem waardig. Hij die Zijn woonplaats in mij heeft gevestigd,
schiep die zoals Hij het wou. Het is niet nodig dat ik die voor Hem gereedmaak,
maar alleen dat ik Zijn plan niet doorkruis om in mij
mijn bewustzijn van mijn eigen gereedheid te herstellen, die eeuwig is.
Ik hoef niets toe te voegen aan Zijn plan.
Maar om het te ontvangen, dien ik bereid te zijn
het niet door het mijne te vervangen.
6. En dat is alles. Voeg er meer aan toe, en je zult het weinige dat gevraagd wordt alleen maar wegnemen. Bedenk dat jij schuld hebt gemaakt, en dat jouw plan om aan schuld te ontkomen erin bestond de Verzoening ernaartoe te brengen, en verlossing beangstigend te maken. En dus is angst het enige wat jij toevoegt, wanneer jij jezelf op liefde voorbereidt. De voorbereiding op het heilig ogenblik komt Hem toe die het geeft. Maak jezelf vrij voor Hem wiens functie het is vrij te maken. Neem Zijn functie niet van Hem over. Geef Hem slechts wat Hij vraagt, zodat je kunt leren hoe klein jouw aandeel is, en hoe groot het Zijne.
7. Dit is het wat het heilig ogenblik zo makkelijk en zo natuurlijk maakt. Jij maakt het moeilijk, doordat je volhoudt dat er vast en zeker meer is dat jij zou moeten doen. Je vindt het moeilijk het idee te aanvaarden dat je zo weinig hoeft te geven om zoveel te ontvangen. En het valt jou heel zwaar in te zien dat het geen persoonlijke belediging is dat jouw bijdrage en die van de Heilige Geest in zo grote wanverhouding tot elkaar staan. Je bent er nog steeds van overtuigd dat jouw inzicht een machtige bijdrage vormt aan de waarheid, en haar maakt tot wat ze is. Toch hebben we beklemtoond dat je niets hoeft te begrijpen. Verlossing is makkelijk, juist omdat ze niets vraagt wat je niet nu meteen kunt geven.
8. Vergeet niet dat het jouw beslissing is geweest alles wat natuurlijk en makkelijk voor jou is onmogelijk te maken. Als jij gelooft dat het heilig ogenblik moeilijk voor je is, komt dat doordat je rechter bent geworden over wat mogelijk is, en onwillig blijft plaats te maken voor Een die weet. Het hele geloof in rangorden naar moeilijkheid bij wonderen draait hierom. Al wat God wil is niet alleen mogelijk, maar is reeds geschied. En dat is de reden waarom het verleden is verdwenen. In werkelijkheid heeft het nooit plaatsgevonden. Alleen in jouw denkgeest, die dacht dat het wel zo was, is het nodig dit ongedaan te maken.