IV. Jouw functie in de Verzoening
1. Wanneer jij de schuldeloosheid van een broeder aanvaardt, zul je de Verzoening in hem zien. Want door te verklaren dat die in hem is, maak je haar tot de jouwe en zul jij zien wat je zocht. Je zult het symbool van je broeders schuldeloosheid niet in hem zien stralen zolang jij blijft geloven dat die daar niet is. Zijn schuldeloosheid is jouw Verzoening. Ken haar toe aan hem, en jij zult de waarheid zien van wat je hebt erkend. Toch wordt de waarheid eerst aangeboden om te worden ontvangen, precies zoals God haar eerst aan Zijn Zoon gegeven heeft. De eerste in de tijd betekent niets, maar de Eerste in de eeuwigheid is God de Vader, die zowel Eerst als Een is. Buiten de Eerste is er geen ander, want er is geen rangorde, geen tweede of derde, en niets anders dan de Eerste.
2. Jij, die tot de Eerste Oorzaak behoort, door Hem geschapen als Zijn evenbeeld en als deel van Hem, bent meer dan louter schuldeloos. De staat van schuldeloosheid is niets anders dan de toestand waarin dat wat er niet is, is weggenomen uit de verwarde denkgeest die dacht dat het er wel was. Met God aan je zijde kun jij niet anders dan deze staat, en deze alleen, bereiken. Want tot dat moment zul je blijven denken dat je van Hem gescheiden bent. Wellicht kun je Zijn Tegenwoordigheid in jouw nabijheid voelen, maar ben je niet in staat te weten dat je één met Hem bent. Dit kan niet onderwezen worden. Leren vindt alleen plaats in de toestand waarin dit vanzelf gebeurt.
3. Wanneer je al wat in je hoogst heilige denkgeest de waarheid verborgen hield, voor jou ongedaan hebt laten maken en jij daardoor vervuld van genade voor je Vader staat, zal Hij Zichzelf aan jou geven zoals Hij dat altijd heeft gedaan. Zichzelf geven is al wat Hij kent, en derhalve is het alle kennis. Want wat Hij niet kent kan er niet zijn, en kan daarom niet worden gegeven. Vraag niet om vergeven te worden, want dat is al volbracht. Vraag eerder hoe jij kunt leren vergeven en hoe je wat er altijd was, aan je niet-vergevingsgezinde denkgeest terug kunt geven. De Verzoening wordt werkelijk en zichtbaar voor hen die haar aanwenden. Op aarde is dit jouw enige functie, en je dient te leren dat dit alles is wat jij leren wilt. Tot je dit leert, zul jij je schuldig voelen. Want welke vorm je schuld ook aanneemt, uiteindelijk komt die voort uit je onvermogen jouw functie in Gods Denkgeest te vervullen met al wat het jouwe is. Kun je deze schuld dan ontlopen door te verzuimen je functie hier te vervullen?
4. Je hoeft de schepping niet te begrijpen om te doen wat er moet worden gedaan voordat die kennis voor jou betekenis kan krijgen. God slecht geen barrières, Hij heeft ze ook niet opgeworpen. Wanneer jij ze loslaat zijn ze weg. God zal niet falen, en heeft ook nooit in iets gefaald. Beslis dat God gelijk heeft en jij ongelijk hebt omtrent jezelf. Hij heeft jou uit Zichzelf geschapen, maar desondanks binnenin Hem. Hij weet wat jij bent. Bedenk dat er naast Hem geen tweede is. Dus kan er niemand zijn die van Zijn Heiligheid is verstoken, en niemand die Zijn volmaakte Liefde onwaardig is. Schiet niet tekort in je functie om lief te hebben in een liefdeloos oord, gemaakt van duisternis en bedrog, want zo worden duisternis en bedrog ongedaan gemaakt. Schiet niet tekort jegens jezelf, maar schenk in plaats daarvan God en jezelf Zijn onschuldige Zoon. Voor deze kleine gave van waardering voor Zijn Liefde, zal God Zelf jouw gave voor de Zijne verruilen.
5. Bedenk, voordat jij voor jezelf enige beslissing neemt, dat je ten nadele van je functie in de Hemel hebt beslist, en ga dan zorgvuldig na of je hier beslissingen wilt nemen. Jouw functie hier bestaat er alleen uit te beslissen tegen het beslissen wat jij wilt, in het besef dat je dit niet weet. Hoe kun je dan beslissen wat je moet doen? Laat alle beslissingen over aan Degene die spreekt uit naam van God, en ten gunste van jouw functie zoals Hij die kent. Zo zal Hij jou leren je van de vreselijke last te ontdoen die jij op je eigen schouders hebt gelegd door Gods Zoon niet lief te hebben, en te proberen hem schuld in plaats van liefde te onderwijzen. Geef deze poging op, die uitzinnig en waanzinnig is, en je de vreugde ontneemt om met jouw God en Vader te leven, en blijmoedig te ontwaken in Zijn Liefde en Heiligheid die samenvloeien tot de waarheid in jou en jou één maken met Hem.
6. Wanneer je hebt geleerd hoe jij samen met God kunt beslissen, worden alle beslissingen even makkelijk en even juist als ademen. Het gaat moeiteloos, en je zult met evenveel zachtheid worden geleid als werd je meegevoerd langs een stil pad in de zomerzon. Alleen jouw eigenmachtigheid lijkt beslissen moeilijk te maken. De Heilige Geest zal niet dralen om elk van je vragen over wat jou te doen staat, te beantwoorden. Hij weet het. En Hij zal het je zeggen, en het dan voor jou doen. Jij die vermoeid bent, zult merken dat dit jou meer rust geeft dan de slaap. Want in de slaap kun jij je schuld meenemen, maar hierin niet.
7. Als jij niet schuldeloos bent, kun je God niet kennen, wiens Wil het is dat jij Hem kent. Daarom moet jij wel schuldeloos zijn. Maar als je de noodzakelijke voorwaarden om Hem te kennen niet aanvaardt, heb je Hem verloochend en herken je Hem niet, hoewel Hij overal om je heen is. Hij kan niet gekend worden zonder Zijn Zoon, wiens schuldeloosheid de voorwaarde is om Hem te kennen. Aanvaarden dat Zijn Zoon schuldig is, is zo’n totale ontkenning van de Vader, dat kennis juist in de denkgeest waar God Zelf die geplaatst heeft aan herkenning wordt onttrokken. Wilde je maar eens luisteren, en leren hoe onmogelijk dit is! Ken Hem geen eigenschappen toe die jij begrijpt. Jij hebt Hem niet gemaakt, en alles wat jij begrijpt, is niet van Hem afkomstig.
8. Het is niet jouw taak de werkelijkheid te maken. Die is er zonder dat jij haar maakt, maar niet zonder jou. Jij die geprobeerd hebt jezelf te vergooien en God zo weinig waarde hebt verleend, hoor mij spreken namens Hem en ten behoeve van jouzelf. Jij kunt niet begrijpen hoezeer je Vader jou liefheeft, want in jouw ervaring van de wereld is er geen parallel om je te helpen dat te begrijpen. Er is niets ter wereld waarmee het kan worden vergeleken, en niets van wat jij los van Hem ooit hebt gevoeld lijkt er ook maar in de verste verte op. Jij kunt zelfs nog geen zegen in volmaakte zachtmoedigheid geven. Wat zou jij dan weten van Iemand die eeuwig geeft, en die niets anders kent dan geven?
9. De kinderen van de Hemel leven in het licht van hun Vaders zegen, omdat ze weten dat ze zonder zonden zijn. De Verzoening werd tot stand gebracht als het middel om de schuldeloosheid te herstellen in alle denkgeesten die haar hebben ontkend, en zo zichzelf de Hemel hebben ontzegd. De Verzoening leert jou de ware hoedanigheid van Gods Zoon. Ze leert jou niet wat jij bent, of wat jouw Vader is. De Heilige Geest, die zich dit voor jou herinnert, leert jou alleen maar hoe je de belemmeringen weg kunt nemen tussen jou en wat jij weet. Zijn herinnering is de jouwe. Als jij je herinnert wat je hebt gemaakt, herinner jij je niets. De herinnering van de werkelijkheid ligt in Hem, en dus in jou.
10. De schuldelozen en de schuldigen zijn absoluut niet in staat elkaar te begrijpen. Ieder ziet de ander als zichzelf, waardoor beiden niet in staat zijn met elkaar te communiceren, want elk ziet de ander anders dan die zichzelf ziet. God kan alleen communiceren met de Heilige Geest in jouw denkgeest, want alleen Hij deelt de kennis van wat jij bent met God. En alleen de Heilige Geest kan God namens jou antwoord geven, want alleen Hij weet wat God is. Al het andere dat jij in je denkgeest een plaats hebt gegeven, kan niet bestaan, want wat niet met de Denkgeest van God in communicatie staat, is er nooit geweest. Communicatie met God is leven. Niets wat daarvan verstoken is, bestaat überhaupt.