Onderzoekers van de universiteit van Exeter wilden alles weten over het spanningsveld van samenwerken, leiden en volgen. Ze gebruikten voor hun onderzoek kleine visjes, guppies, die net als in het wild werden geconfronteerd met een mogelijke vijand. Anders dan in het wild, nam een robotvisje de leiding bij de inspectie van deze bedreiging. De onderzoekers keken vervolgens welke visjes volgden of zelfs de leiding overnamen en welke visjes op afstand bleven. Vervolgens gingen de leiders bij de leiders en de volgers bij de volgers. Drie generaties (en een paar jaar) later later zagen ze een duidelijke verschil tussen beide groepen: de kinderen van de leidende visjes waren een stuk assertiever dan de kinderen van de volgende visjes.