Zoals ik in hoofdstuk 3 al aanstipte, zijn wij mensen paradoxale wezens. We kunnen tegelijkertijd verschillende opvattingen hanteren. Zo ben ik als vader een stuk minder geduldig dan in mijn werk als adviseur–iets wat ik tot mijn schande moet toegeven.
En we kennen misschien allemaal wel de ervaring dat je, als je terug bent bij familie (je ouders, een broer of zus), je je weer precies zo gedraagt als toen je een kind was. Terwijl je nu misschien al de 40 of 50 gepasseerd bent en je dacht dat je daar nu toch wel overheen was. En als je onder vrienden bent, formuleer je je meningen wel eens anders dan wanneer je op je werk bent. Iedereen die wel eens de verkeerde Whatsapp-groep heeft gebruikt, kan dat beamen. Wie ben je dan echt?