Actrice Maïmouna Badjie (Season of Sex, Liefdestips aan mezelf, 2DEZIT, Groeien & Bloeien) heeft een Gambiaanse vader en een Belgische moeder. Tot haar achtste heeft ze zelfs in Gambia gewoond en was daarom ontzettend benieuwd naar ‘Iwájú’. Dat is niet alleen de allereerste serie onder de vlag van de Walt Disney Animation Studios, maar ook de eerste co-productie in z’n 100-jarige geschiedenis. Het maakt het eens zo bijzonder dat het een samenwerking is met een Afrikaans mediabedrijf. Die komt tot stand nadat Disney-chief creative officer Jennifer Lee (Frozen) een interview leest met de baas van Kugali. Die zei: “We’re going to kick Disney’s ass.” Maar waarom de krachten niet bundelen, dacht de Amerikaanse. Disney heeft de laatste twee decennia immers zeer bewust ingezet op diversiteit. Maar Afrika? Dat is nog niet gebeurd. (‘The Lion King’ even niet meegerekend.) We hebben het over de herkenbare klassenstrijd, straatverkopers en typische maaltijden. Maar ook over de details die ‘Iwájú’ typisch Nigeriaans maken, de reeks speelt zich immers af in een afro-futuristische versie van Lagos. Je zou kunnen denken dat het een geanimeerde uitbreiding is van Marvel’s ‘Black Panther’, ook deel van de grote Disneyfamilie. Alles draait om de tienjarige Tola, een jong meisje van rijke komaf en haar beste vriend Kole, een tuinman uit de armere buurt van de stad. Voor haar verjaardag krijgt Tola een hagedisachtige robot van haar vader, die een succesvolle tech ondernemer is. En die heeft het gadget bedacht om te dienen als een soort bodyguard voor kinderen, nu het land te kampen heeft met veel kidnappings. De link met Boko Haram is niet ver te zoeken. ‘Iwájú’ zelf kampt soms met inconsistente tempo’s en een voorspelbaar verhaal, maar moet niet onderdoen voor het kunnen van wat de Disney Studios vandaag. Het is duidelijk gemaakt met de nodige budgetten, dus niet op een drafje, met veel liefde voor de Nigeriaanse cultuur. En dat is iets wat potentieel iedereen kan bekoren. Waar je ook geboren bent.